Close

Veelgestelde
vragen

  • Kan INEOS de voorwaarde om klimaatneutraal te worden met de kraker inlossen?

    Jazeker. INEOS heeft immers zelf al in 2021 in haar milieueffectenrapport gewezen op de mogelijkheid om haar CO2 emissies gefaseerd verder af te bouwen tot netto-nul.

    Hoe doen we dat?

    • We hebben in het ontwerp van de installatie rekening gehouden met 3 technologieën die het potentieel hebben om de ethaankraker klimaatneutraal te laten werken: waterstof, koolstofafvang en een hybride oplossing van elektrificatie en meer waterstof.
    • Op dit moment staat de waterstofpiste het verst. Het is technisch perfect mogelijk om de ovens van de kraker en de stoomketels volledig op waterstof te laten draaien. De waterstof die vrijkomt bij het kraakproces hergebruiken we integraal als brandstof voor de ovens waardoor we al 60% aan aardgas kunnen vermijden. Als er voldoende waterstof beschikbaar is, kunnen we dat percentage voort optrekken.
    • We zullen overigens elke 2 jaar verslag uitbrengen aan de overheid over de evolutie van de technische haalbaarheid van de oplossingen en de mogelijke implementatie ervan in de praktijk.
  • Moet INEOS niet meer inzetten op bio-gebaseerde kunststoffen?

    De introductie van bio-gebaseerde grondstoffen voor de productie van kunststoffen is een erg veelbelovende evolutie. Ondanks dat het nog niet mogelijk is om alle kunststoffen te maken op basis van bio-gebaseerde grondstoffen, zetten we hier wel volop op in, zeker ook in België:

    • Bio-attributie van hernieuwbare grondstoffen: de ‘bio-attributie’ drukt uit in welke mate fossiele grondstoffen zijn vervangen door hernieuwbare of bio-gebaseerde grondstoffen. Ineos O&P North Lillo biedt een gamma van Bio-Attributed Olefins en Polyolefins aan, gebaseerd op hernieuwbare bio-gebaseerde grondstoffen die niet concurreren met de voedselproductie. De toeleveringsketen hiervan wordt volledig gecertificeerd door de Roundtable on Sustainable Biomaterials (RSB), een onafhankelijke derde partij.
  • Hoe zit het nu met de stikstofuitstoot van Project ONE?

    Om de stikstofemissies maximaal te drukken maakt Project ONE gebruik van meerdere reductietechnieken waarmee we vanaf dag 1 de NOx-emissies  verminderen met 71%.

    Onze stikstofuitstoot voor heel Vlaanderen bedraagt maximum 0,09 kilogram per hectare, voor de Brabantse Wal gaat het over maximaal 0,13 kilogram per hectare per jaar. Om tastbaar te maken wat de stikstofdepositie van Project ONE in het natuurgebied Brabantse Wal concreet voorstelt: het gaat om maximaal 0,13 kg stikstof tegen een achtergrond van 33 kg per hectare op jaarbasis afkomstig van andere bronnen.

    We hebben de impact van stikstof trouwens niet alleen onderzocht voor de Brabantse Wal, maar ook voor de Kalmthoutse Heide en alle andere nabijgelegen natuurgebieden in Vlaanderen en Nederland. Voor Vlaanderen werden ruim vijftig habitattypes en meer dan vijfenzestig planten- en diersoorten individueel onderzocht. Niet alleen op het vlak van stikstofdepositie, maar ook in de context van andere milieudrukken zoals verdroging en versnippering. In Nederland gaat het om meer dan vijfendertig habitats en soorten.

    We hebben bijzonder hard gewerkt om alles te documenteren. De vergunningsaanvraag op zich is een huzarenstuk waaraan heel wat experts hebben meegewerkt binnen INEOS en van andere partijen. Zo omvat de vergunningsaanvraag bijna 1800 (bouw)plannen, een milieu-effectenrapport van meer dan 1000 blz, en diverse andere studies om aan te tonen dat elke best beschikbare technologie (energie-efficiënt, minimale impact naar de omgeving voor wat betreft water, lucht, geluid, bodembescherming  …) wordt toegepast.

    De passende beoordeling die we hebben uitgewerkt om onze stikstofbijdrage op de nabijgelegen natuurgebieden te beschrijven telt alleen al 800 bladzijden. We hebben de opmerkingen van de Raad voor Vergunningsbetwistingen ter harte genomen en hebben meer diepgang aangebracht aan de ecologische benadering ten opzichte van onze vorige versie.

  • Zijn er geen alternatieve grondstoffen voor het schaliegas uit de Verenigde Staten?

    Vandaag bestaat er nog geen volwaardig biologisch alternatief voor ethaan.

    Het biogebaseerde alternatief bioethanol is alleen levensvatbaar en aanvaardbaar vanuit het oogpunt van duurzaamheid op plaatsen waar het niet concurreert met de voedselindustrie. Gezien de hoeveelheid ruimte die nodig is om voldoende volumes te hebben, wordt bioethanol alleen gebruikt in zeer specifieke gebieden (zoals Brazilië met zijn suikerbietplantages).

    Suikerbieten produceren 5000 liter ethanol per hectare of 3,95 metrieke ton ethanol/hectare. Als we dit toepassen op Project ONE: 633.000 hectare suikerbieten zijn nodig om een ethaankraker te voeden voor de productie van anderhalf miljoen ethyleen. Ter vergelijking: Vlaanderen heeft 622.000 ha landbouwgrond. Deze integrale oppervlakte zou dus op zich niet volstaan en zou betekenen dat deze grond niet gebruikt kan worden voor voedselproductie.

    Een vergelijkbare redenering gaat op voor de beschikbaarheid van gerecycleerde grondstof. In 2021 was er in Europa 30 miljoen ton gemengd plastic afval beschikbaar. Voor een kraker met de capaciteit van Project ONE heb je daarvoor al een derde nodig, terwijl je 150 miljoen ton zou nodig hebben voor de huidige Europese ethyleencapaciteit. Dat is niet eenvoudigweg niet voorhanden op dit moment.

  • Moet INEOS meer inzetten op recyclage in plaats van de productie van nieuwe kunststoffen?

    INEOS zet zich sterk in om het zwerfvuil en de verbranding van kunststoffen terug te dringen. Niet de kunststoffen op zich zijn het probleem, wel dat ze nog te veel worden weggegooid of verbrand. Volgens de visie van INEOS moeten we zorgvuldig omspringen met kunststoffen, precies omdat het zo’n waardevolle materialen zijn. Daarom investeert INEOS sterk in de recyclage van kunststoffen. Zo kunnen alle door ons geproduceerde polymeren (zoals polyethyleen en polypropyleen die op basis van Project ONE-output gemaakt worden) volledig gerecycleerd worden.

    INEOS investeert in de verschillende vormen van recyclage. We ontwikkelen producten die zich lenen voor mechanische recyclage zodat gerecycleerd materiaal ook voor hoogwaardige toepassingen kan worden ingezet. En we investeren in de ontwikkeling van onze processen om biogebaseerde grondstoffen of afvalplastic te gebruiken als grondstof voor nieuw plastic. Geavanceerde recyclage (ook wel chemische recycling genoemd) is een prille technologie die we op de markt brengen. Naarmate we deze technologie commercialiseren, zullen we meer plastic kunnen produceren uit gerecycleerde producten, waardoor er een markt voor afvalplastic ontstaat.

    Dit alles past in ons engagement van de INEOS Pledge want kunststoffen zijn een waardevol materiaal. We hebben ons geëngageerd om tegen 2030 minstens 850 000 ton gerecycleerd en bio-attributed materiaal te verwerken in onze polymeerproducten. We engageerden ons eerder al om tegen 2025 gemiddeld 30% gerecycleerd materiaal te gebruiken in producten bestemd voor polystyreenverpakking in Europa; een reeks polyolefin producten op de market te brengen voor verpakkingsmaterialen in Europe met minstens 50% gerecycleerd materiaal, ervoor te zorgen dat 100% van onze polymeren recycleerbaar zijn.

    Hier zijn enkele concrete voorbeelden:

    • Als je een verpakking ziet, zie je niet dat die uit meerdere lagen bestaat. In feite hebben al die verschillende lagen specifieke functies: stijfheid, transparantie, bedrukbaarheid, verzegeling, barrière… En om elk van deze kwaliteiten te benutten, worden verschillende materialen gecombineerd. Bovendien zijn er nog bijkomende lagen nodig om al die lagen compatibel te maken. Die vele lagen zorgen er echter ook voor dat verpakkingen moeilijker te recycleren zijn. Daarom hebben de collega’s van ons R&D centrum in Neder-Over-Heembeek ingezet op “mono-materialen”. Zo ontwikkelden ze een staande zakverpakking in monomateriaal dat voor meer dan 95% uit polyethyleen bestaat en volledig recycleerbaar is. Polyethyleen heeft zich immers ontpopt tot een van de beste monomaterialen vanwege zijn intrinsieke kwaliteiten en omdat de recyclageketen reeds aanwezig was. Er werd ook een tweede rigide MDO-monomateriaalrol gemaakt met meer dan 50% plasticafval – een absolute primeur op de markt. Dat werd mee mogelijk gemaakt door de investering in een hoogtechnologische, meerlaagse MDO-lijn om samen met klanten oplossingen te ontwikkelen die zij rechtstreeks op hun eigen productielijnen kunnen toepassen. Lees er meer over in deze reportage.
    • Opwaarderen kunststoffen voor geslaagde combinatie met gerecycleerd materiaal  Telkens een polymeer (zoals polyethyleen en polypropyleen) mechanisch gerecycleerd wordt, vermindert de kwaliteit van het materiaal. Daarom worden met deze recyclaten meestal minder hoogwaardige en eerder goedkope eindtoepassingen geproduceerd zoals bloempotten en vuilniszakken. Het doel van INEOS is om deze waarde van gerecycleerde polymeren op te schroeven zodat deze gelijkwaardig zijn aan ‘verse’ kunststoffen. In ons onderzoekscentrum in Neder-Over-Heembeek zijn we er in geslaagd om producten te maken (de Recycl-IN compounds) met dezelfde eigenschappen door het mengen van de helft gerecycleerd materiaal met de helft nieuw materiaal.
    • Geavanceerde (chemische) recyclage van polyethyleen en polypropyleen. In plaats van kunststoffen te maken op basis van nafta (ruwe olie), heeft INEOS een samenwerking opgestart met het recyclagebedrijf Plastic Energy om gebruikte polyethyleen en polypropyleen opnieuw af te breken tot hun basismoleculen en te hergebruiken. Na eerste succesvolle testen in 2020, zullen INEOS en Plastic Energy nu een nieuwe installatie bouwen die dit proces op grote schaal kan uitvoeren.
  • Maakt Project ONE grondstoffen voor wegwerpproducten?

    Project ONE produceert ethyleen, een gasvormige stof die zowat de belangrijkste bouwsteen is van de chemie. Op basis van deze stof zullen, verderop in de productieketen, producten gemaakt worden die onlosmakelijk verbonden zijn met ons hedendaagse leven. Denk maar aan:

    • Producten voor persoonlijke verzorging zoals cosmetica, tandenborstels, contactlenzen en brillen.
    • Elektronica zoals koffiemachines, computers en koptelefoons.
    • Essentiële nutsvoorzieningen en toepassingen voor onze woningen zoals buizen voor het transport van drinkwater en gas, en PVC ramen en deuren.
    • Toepassingen in de gezondheidszorg, zoals mondmaskers, gelaatsschermen, spuiten, medicijnen en baxters.
    • Zaken die we gebruiken om ons te ontspannen zoals sporttoestellen- en kledij, buitenmeubilair en een tv.
    • Producten die bijdragen tot een duurzame samenleving zoals isolatiemateriaal, zonnepanelen, smeermiddelen en wieken van windmolens, en lichtgewicht onderdelen voor auto’s.

    Het grootste deel van de productie van de INEOS-groep betreft dergelijke toepassingen in de bouw, automobielsector, huishoudelijke apparaten en dergelijke. Een deel van de eindproducten van de INEOS-groep betreft verpakkingen voor de voedingsindustrie. Verpakkingen worden soms verguisd, maar ze zijn belangrijk om de veiligheid en houdbaarheid van producten te verbeteren.

    Zo verbetert de verpakking van een komkommer de bewaartijd ervan met 11 dagen. Doordat hij zo minder wordt weggegooid, bespaart de verpakking 5 keer zoveel CO2 als nodig was om de verpakking te produceren. Alternatieven voor verpakkingen uit kunststof, zoals papier, glas en aluminium, vergen andere kunststoffen en energie, met hogere CO2-uitstoot tot gevolg (zie TED-talk van UGent-professor Kim Ragaert).

  • Hoe past Project ONE in de klimaatambities van de Antwerpse haven en de overheid? Is het project toekomstbestendig?

    INEOS onderschrijft deze ambities. Zo ondersteunen we de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en de Europese Green Deal.

    En het blijft niet bij woorden. Met Project ONE bouwen we een van de meest energie- en grondstofefficiënte en milieuvriendelijke installaties van Europa. We investeren ook in onderzoek, naar onder andere technologie voor de opvang en opslag van CO2. Technologie waar we vandaag al plaats voor voorzien op de site van Project ONE. In onze INEOS Oxide site in Zwijndrecht vangen we al 10 jaar koolstof af, die opnieuw wordt gebruikt voor industriële toepassingen via de bECO2 joint venture en werkten we mee aan Greensand, een pionierproject voor de opslag van CO2 in de Noordzeebodem.

    Al onze sites hebben trouwens een roadmap uitgewerkt opdat ze klimaatneutraal worden tegen uiterlijk 2050. De focus ligt daarbij op reductie aan de bron door in te zetten op hernieuwbare energie en ‘groene warmte’, het hergebruik van waterstof en CO2, verdere investeringen in elektrificatie en waar mogelijk de omschakeling naar gerecycleerde of bio-gebaseerde grondstoffen. Deze ambitie houdt ook rekening met het streefdoel van Europa om de broeikasgasuitstoot tegen 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van de cijfers van 1990.

    De weg naar een klimaatneutrale toekomst verloopt in etappes. Project ONE maakt nu reeds een fundamenteel verschil door maximaal gebruik te maken van  het allerbeste van wat de technologie van vandaag biedt. Afnemers van de ethyleen van Project ONE kunnen elk jaar 2 miljoen ton CO2 emissies besparen aangezien ze niet meer afhankelijk zullen zijn van de ethyleen van meer vervuilende installaties.  Maar met Project ONE reikt onze ambitie verder. We hebben de nodige flexibiliteit ingebouwd in onze installaties om onze voetafdruk verder te verminderen en andere technieken te integreren zodra deze matuur zijn. Het is bvb technologisch mogelijk om de kraakovens en stoomketels van Project ONE volledig met waterstof te voeden. Voorwaarde is de beschikbaarheid van voldoende klimaatvriendelijke waterstof. Met de investeringen die momenteel aan de gang zijn in waterstoftechnologie, ook in Vlaanderen, ligt deze mogelijkheid in de toekomst binnen bereik.

  • Wat betekent Project ONE voor het klimaat?

    Door voor Project ONE de nieuwste generatie van technologie in te zetten, helpen we de Europese chemische industrie te moderniseren en verleggen we de norm met uiterst efficiënte installaties en een sterk verbeterde ecologische voetafdruk.

    CO2

    Door het gebruik van de nieuwste technologieën, zal de ethaankraker van Project ONE minder dan de helft van de CO2 uitstoten van de best presterende vergelijkbare installaties in Europa. Dat doen we door bijvoorbeeld waterstof, een koolstofvrij gas dat geproduceerd wordt bij de productie van ethyleen, in te zetten als brandstof, waardoor we een grote hoeveelheid koolstofrijke gassen die standaard voor energieopwekking gebruikt worden, uitsluiten. Dit zal de CO2 emissies significant verminderen.

    Deze prestatie legt de lat hoger voor meer vervuilende installaties, onder meer via het EU handelsemissiesysteem. De uitstoot van Project ONE bedraagt 0,29 ton CO2/ton product of slechts 43% van de huidige EU ETS benchmarkwaarde van 0,68 ton CO2/ton product.Wanneer Project ONE op de markt komt, zal het de EU-ETS-benchmarkwaarde met ongeveer 14% aanscherpen. Stoomkrakers in het EU-ETS-systeem die niet aan deze lagere benchmarkwaarde voldoen, zullen extra emissierechten moeten kopen om hun emissies te dekken of meer emissiebeperkende maatregelen moeten nemen.

    Jonas Byns, de lead process engineer van Project ONE, legt in deze video uit hoe dat werkt

    Afnemers van de ethyleen van Project ONE kunnen elk jaar 2 miljoen ton CO2 emissies besparen aangezien ze niet meer afhankelijk zullen zijn van de ethyleen van meer vervuilende installaties. 

    Ook zullen de kunststoffen die van ethyleen gemaakt worden, uiteindelijk dubbel zoveel CO2 besparen als nodig was voor hun productie. Want deze kunststoffen maken eindproducten (bv. auto’s, bouwmaterialen en verpakkingen) lichter en langer bruikbaar.

    Koolstofafvang

    Ook voorzien we op de Project ONE-site plaats voor de opvang en opslag van CO2. De huidige technologie voor het afvangen van koolstof in industriële processen is nog steeds zeer energie-intensief en momenteel is er nog geen netwerk om de collectief opgeslagen CO2 af te voeren. We verwachten echter een belangrijke doorbraak hierin in de nabije toekomst.

    Er loopt een studie om de vereiste infrastructuur voor het afvangen, inzamelen en afvoeren van de CO2 in de Haven van Antwerpen te onderzoeken. INEOS werkt hiervoor samen met andere spelers uit de Antwerpse haven via het Antwerp@C consortium.

    Gebruik van energie

    Project ONE staat garant voor een zeer hoge energie-efficiëntie. Het ontwerp van de ethaankraker heeft alle mogelijke routes toegepast om de efficiëntie van de installaties zo hoog mogelijk te maken: de maximale recuperatie van warmte- en koudestromen zorgt bijvoorbeeld voor een lager energieverbruik. Zo zal de ‘koude’ energie van het cryogene ethaan hergebruikt worden om energie te besparen in de koude secties van de site. En de hitte van de ovens van de ethaankraker wordt elders hergebruikt zodat er minder stoom moet worden opgewekt.

    Koolstof-efficiëntie

    Het zoveel mogelijk beperken van het energieverbruik is van essentieel belang om de koolstofefficiëntie maximaal te maken. In het ontwerp van de ethaankraker is gekozen voor zeer ‘selectieve’ technologieën die bijdragen tot een maximale omzetting of ‘conversie’ van de gebruikte grondstoffen in hoogwaardige chemische stoffen. Dit resulteert in een bijzonder hoge koolstofefficiëntie van bijna 90%, die veel hoger is dan bij installaties die geen ethaan maar ruwe aardolie gebruiken. Dit betekent dat bijna 90 procent van de aanwezige koolstof in de grondstoffen wordt omgezet in een hoogwaardige chemische bouwsteen.

  • Zal Project ONE plastic produceren dat in het milieu terechtkomt?

    De geproduceerde basischemicaliën zijn de bouwstenen van tal van producten uit ons dagelijkse leven. Denk maar aan isolatiematerialen, leidingen, lichtgewicht materialen die het brandstofverbruik van auto’s verminderen, gezondheids- en medische toepassingen zoals desinfecterende handgel, injectiespuiten, intraveneuze zakken en steriele verpakkingen, wieken en smeermiddelen voor windturbines, verpakkingsmaterialen die de bewaartijd van levensmiddelen vergroten, enzovoort.

    Kunststoffen zijn niet bedoeld om in de natuur terecht te komen. Niet de kunststoffen zelf, maar de vervuiling van kunststoffen zijn dus het probleem dat we moeten aanpakken. Volgens de visie van INEOS moeten we evolueren naar een wereld waarin kunststoffen geen wegwerpproducten zijn, maar waardevolle materialen. Daarom investeert INEOS sterk in geavanceerde recyclage van kunststoffen, en zijn vandaag al onze polymeren (een deel van onze productie) al recycleerbaar.

    We hebben ons geëngageerd om tegen 2030 minstens 850 000 ton gerecycleerd en bio-attributed materiaal te verwerken in onze polymeerproducten. We engageerden ons eerder al om tegen 2025 gemiddeld 30% gerecycleerd materiaal te gebruiken in producten bestemd voor polystyreenverpakking in Europa; een reeks polyolefin producten op de market te brengen voor verpakkingsmaterialen in Europe met minstens 50% gerecycleerd materiaal, ervoor te zorgen dat 100% van onze polymeren recycleerbaar zijn.

    Meer info in het duurzaamheidsverslag van INEOS en in de INEOS Pledge.

    In het Olefins & Polymers Europe Technologiecentrum in Neder-over-Heembeek, hebben we een doorbraak gerealiseerd op het vlak van mechanische recyclage met onze Recycle-IN producten die in België ontwikkeld en getest werden. We hebben er een booster kunststof ontwikkeld die het mogelijk maakt om minstens 50% gerecycleerd materiaal te integreren in producten zonder kwaliteitsverlies.
    INEOS heeft ook een nieuwe reeks biopolymeren ontwikkeld op basis van reststoffen van de pulp-en papierindustrie waarmee kunststoffen geproduceerd kunnen worden met 90% reductie in broeikasgasemissies.

    Voorbeelden zijn bijvoorbeeld de eerste duurzame gaspijpleiding, gemaakt met bio-gebaseerd polyethyleen van INEOS O&P in Lillo en het akkoord dat INEOS heeft afgesloten met Plastic Energy voor de aankoop van grondstoffen.

    Om kunststoffen te verwijderen die toch in het milieu zijn terecht gekomen, ondersteunt INEOS verschillende initiatieven. Denk maar aan Operation Clean Sweep in de Antwerpse haven, de Ocean Clean-up en andere duurzaamheidsinitiatieven van de haven van Antwerpen.